Lifestyle

Wat ga je leren?

In de Skills lessen werk je zelfstandig aan beroepsgerichte taken. We werken deze periode met opdrachtkaarten. Je past je kennis en vaardigheden toe die je in periode 1 en 2 hebt geleerd bij Ziek en gezond, Farmacotherapie, Farmaceutische patiëntenzorg, Zelfzorg en Productzorg.

Leerdoelen

Je hebt tenminste twee opdrachten uitgevoerd die bijdragen aan het correct afhandelen van een recept (recepten op alfabet leggen, Latijnse afkortingen op recept vertalen, de volledigheid van recepten controleren, de receptgang in kaart brengen).
Je hebt tenminste twee opdrachten uitgevoerd om jouw balievaardigheden te vergroten (cliënt begroeten en gesprek openen, geld wisselen, gebruiksinstructies geven over inwendige toedieningsvormen, gebruiksinstructies geven over uitwendige toedieningsvormen).
Je hebt tenminste twee telefonische zorgvragen aangenomen en afgehandeld zodat je weet hoe je een cliënt telefonisch correct te woord staat. (medicatie niet bezorgd, een terugbelafspraak maken, vraag doorspelen aan apotheker, een terugbelafspraak maken).
Je hebt tenminste twee zelfzorgvragen behandeld aan de balie afgehandeld.(casussen: pijn en maag-darm).
Je hebt tenminste twee opdrachten uitgevoerd waarin je jouw geneesmiddelkennis hebt toegepast (spécialité en generieke namen, uitspreken geneesmiddelnamen, geneesmiddelen koppelen aan aandoeningen, geneesmiddelgroepen).
Je hebt tenminste twee reken opdrachten correct uitgevoerd gericht op een foutloze uitgifte van medicatie (synchroniseren van medicatie, recept rekenen, romeinse cijfers op recept).
Je hebt tenminste twee opdrachten voldoende uitgevoerd gericht op een foutloze aflevering en het geven van de juiste voorlichting aan de cliënt (stickers op medicijndoosjes, betekenis waarschuwingsstickers uitleggen, doosjes opbergen in de juiste lade, de juiste sticker op het juiste doosje plakken).
Je hebt tenminste twee eerste uitgifte gesprekken van pijnstillers voorbereid , geoefend en laten beoordelen aan de balie. (medicatie: Naproxen, Zaldiar, Arthrotec, Meloxicam).
Je hebt gereflecteerd op jouw uitvoering van de opdrachten en kunt tenminste 10 dingen noemen die je deze periode hebt geleerd die belangrijk zijn bij het werken in de apotheek.
Je kunt uitleggen van welke opdrachten je het meeste hebt geleerd en wat je een volgende keer anders zou doen.

Hoe ga ik dat leren?

Je kiest zelf de opdracht waar jij aan wilt werken. De opdrachtkaarten zijn verdeeld in 8 categorieën, namelijk:
• Recepten afhandelen
• Voorlichten en adviseren (balie)
• Zorgvraag kanaliseren (telefoon)
• Zelfzorgvragen behandelen
• Geneesmiddelenkennis toepassen
• Rekenvaardigheden
• Pakken en plakken
• Ter hand stellen

Iedere categorie heeft een eigen kleur en er zijn vier verschillende opdrachten per categorie.

Er zijn opdrachten die per tweetal gemaakt moeten worden en opdrachten die je alleen maakt. Het is de bedoeling dat je met tenminste zes verschillende personen samen werkt. En je maakt minimaal 2 opdrachten van iedere categorie.

In het logboek en het eindverslag beschrijf je ook hoe je hebt samengewerkt.

Werkwijze in stappen:

Zoek het overzicht van alle opdrachten op (zie de aftekenlijst onder de knop 'toetsing').
Kies een opdracht waar jij aan wilt werken.
Haal de opdrachtkaart op bij de docent.
Volg de instructies op de kaart.
Als je klaar bent schrijf je een korte reflectie. Gebruik hierbij het logboekje.
Bespreek het logboekje met de docent.
Pas het logboekje aan en sla het op. Je hebt het nodig om het eindverslag te maken.
Laat de opdracht op de lijst aftekenen.
Maak de volgende opdracht.
Aan het eind van de periode schrijf je nog een reflectieverslag over de hele periode en dat lever je samen met de aftekenlijst in.
De beoordeling van deze documenten telt als resultaat van toets.