Beestjes

zie Lespagina werken met oefenopdrachten

Wat ga je leren?

In deze periode staan infectieziekten en de geneesmiddelen die daarvoor gebruikt worden centraal. Omdat kinderen vaker infecties hebben dan volwassenen besteden we extra aandacht aan de doelgroep kinderen. We kijken bijvoorbeeld naar de meest geschikte toedieningsvormen voor kinderen en je leert ook op welke manier en waarom je een kinderdosering altijd moet controleren. En je onderzoekt welke kinderproducten je kunt adviseren aan ouders die met kinderen op reis gaan.

In de Skills lessen werk je zelfstandig aan beroepsgerichte taken. We werken deze periode met opdrachtkaarten. Je past je kennis en vaardigheden toe die je in periode 1, 2 en 3 hebt geleerd bij Ziek en gezond, Farmacotherapie en de praktijkvakken.

Je kiest zelf de opdracht waar jij aan wilt werken. De opdrachtkaarten zijn verdeeld in 9 categorieën, namelijk:

  • Recepten afhandelen
  • Voorlichten en adviseren (balie)
  • Zorgvraag kanaliseren (telefoon)
  • Zelfzorgvragen behandelen
  • Geneesmiddelenkennis toepassen
  • Rekenvaardigheden
  • Pakken en plakken
  • Ter hand stellen
  • Handverkoop kinderproducten



Leerdoelen

  • Je hebt tenminste twee opdrachten uitgevoerd m.b.t. het geven van voorlichting en advies aan cliënten en verkoop van zelfzorgmiddelen. (Weg van het geneesmiddel, kinderziektes, productkennis hoestmiddelen, herhaalservice).
  • Je hebt tenminste twee opdrachten uitgevoerd om jouw balievaardigheden te vergroten (recepten aannemen en verwerken, intake nieuwe patiënten , intake nieuwe patiënt met contra-indicatie).
  • Je hebt tenminste twee telefonische zorgvragen aangenomen en afgehandeld zodat je weet hoe je een cliënt telefonisch correct te woord staat. (medicatie niet bezorgd, gespreksnotitie maken, vraag doorspelen aan apotheker, uitleg geven over gebruik geneesmiddel).
  • Je hebt tenminste twee zelfzorgvragen behandeld en aan de balie afgehandeld.(casussen: wormpjes, hoofdluis, voetschimmel, koortslip).
  • Je hebt tenminste twee opdrachten uitgevoerd waarin je jouw kennis van medicatiebewaking hebt toegepast (begrippen en doseringen).
  • Je hebt tenminste twee reken opdrachten correct uitgevoerd gericht op een foutloze uitgifte van medicatie  (rekenen met stripverpakkingen, synchroniseren van medicatie, Romeinse cijfers op recept, rekenen met herhalingen).
  • Je hebt tenminste twee opdrachten voldoende  uitgevoerd gericht op een foutloze aflevering en het geven van de juiste voorlichting aan de cliënt (juistheid etiketten beoordelen, juiste doosje bij recept , doosjes opbergen in de juiste lade, afleverhoeveelheden bepalen).
  • Je hebt tenminste twee eerste uitgifte gesprekken van geneesmiddelen bij een infectie voorbereid , geoefend en laten beoordelen aan de balie.
  • Je hebt tenminste twee opdrachten gemaakt waarmee je kennis hebt gekregen over producten die je kunt adviseren voor kinderen.
  • Je hebt gereflecteerd op jouw uitvoering van de opdrachten en kunt tenminste 10 dingen noemen die je deze periode hebt geleerd die belangrijk zijn bij het werken in de apotheek.
  • Je kunt uitleggen van welke opdrachten je het meeste hebt geleerd en wat je een volgende keer anders zou doen.

Hoe ga ik dat leren?

Iedere categorie heeft een eigen kleur en er zijn vier verschillende opdrachten per categorie. Er zijn individuele opdrachten en opdrachten waar je samen met andere studenten aan kunt werken. Het is de bedoeling dat je deze periode met tenminste zes verschillende personen samen werkt. En je maakt minimaal 2 opdrachten van iedere categorie.

In het logboek en het eindverslag beschrijf je ook hoe de samenwerking met andere studenten is gegaan.

Werkwijze in  stappen:

  • Zoek het overzicht van alle opdrachten op (aftekenlijst).
  • Kies een opdracht waar jij aan wilt werken.
  • Haal de opdrachtkaart op bij de docent.
  • Volg de instructies op de kaart.
  • Als je klaar bent schrijf je een korte reflectie. Gebruik hierbij het logboekje. 
  • Bespreek het logboekje met de docent.
  • Pas het logboekje aan en sla het op. Je hebt het nodig om het eindverslag te maken.
  • Laat de opdracht op de lijst aftekenen.
  • Maak de volgende opdracht.
  • Aan het eind van de periode schrijf je nog een reflectieverslag over de hele periode en dat lever je samen met de aftekenlijst in.
  • De beoordeling van deze documenten telt als resultaat van toets GAAWAZ3.

Informatie over de lessen

Leermiddelen

Handleiding en aftekenlijst opdrachten

Opdrachtkaarten met bijlagen

Kerntaken en werkprocessen

Je werkt aan de volgende kerntaken en werkprocessen: 

B1-K1  Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit

  • B1-K1-W1 Neemt de zorgvraag aan
  • B1-K1-W2 Voert medicatiebewaking uit
  • B1-K1-W3 Verzorgt uitgifte van medicijnen
  • B1-K1-W4 Geeft instructie over medicatiegebruik
  • B1-K1-W5 Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie

B1-K2  Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt

  • B1-K2-W1  Adviseert over gezondheid en preventie
  • B1-K2-W2  Geeft zelfzorgadvies

B1-K3 Biedt productzorg

  • B1-K3-W1 Stelt voorgeschreven (industrieel gemaakte) geneesmiddelen beschikbaar
  • B1-K3-W3 Zorgt voor logistiek en beheer

Toetsing


Werken in de apotheek - Zelfstandig werken Gemiddeld resultaat


Logboek/reflectieverslag 2 O/V/G V 3 2


Hier vind je informatie over de algemene eisen waar een verslag aan moet voldoen:

Checklist Schrijven van een verslag of werkstuk

Opdrachten inleveren







































































































































































































































































Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-davinci.learningmatters.nl