Hoe verkoop ik mijn product? Zorgkosten en logistiek


Wat ga ik leren?

De ontwikkeling van geneesmiddelen, distributie en voorraadbeheer, de bedrijfsvoering van de apotheek zijn onderwerpen waar we deze periode aan werken. Ook leer je wat jij moet weten om als apothekersassistente bij te dragen aan een correcte afhandeling van de verkoop van producten en diensten.
Klanten in de apotheek hebben vaak vragen over de kosten en vergoeding van hun medicijnen. Daarom besteden we deze periode extra aandacht aan medicijnvergoedingen zodat je daar de juiste uitleg over kunt geven.

Leerdoelen en lesprogramma

Je werkt aan de ondernemende competenties:

Omgevingsgericht werken

  •  Weet wat erom zich heen speelt in politiek, bestuurlijk en maatschappelijk opzicht.
  • Gebruikt deze informatie voor de uitvoering van het eigen werk.

Vraag- en klantgericht werken 

  • Bouwt eigen expertise op en zet deze expertise actief in om aan de wensen en behoeften van de klant te voldoen.

Effectief communiceren 

  • Kan ideeën, meningen en feiten aan anderen duidelijk maken in boeiende en begrijpelijke taal, met non-verbale communicatie en diverse middelen.
Les
Onderwerp
Leerdoelen
1
  • Je weet hoe een nieuw geneesmiddel ontwikkeld en op de markt gebracht wordt.
  • Je weet hoe de prijs van een geneesmiddel bepaald wordt.
2
  • Je kunt de distributieketen in de farmacie beschrijven.
  • Je kent de meest voorkomende leveranciers en weet welke product(groepen) door hen geleverd worden.
  • Je kent de meest gebruikte begrippen bij voorraadbeheer en kunt uitleggen wat ze betekenen.
  • Je weet wat bedoeld wordt met kostenbewust en kosten efficiënt voorraadbeheer en kunt voorbeelden noemen.
3
  • Je bent je bewust van het belang (omzet en klanttevredenheid) van verkoop van OTC producten voor de apotheek.
  • Je kent de verschillende productgroepen die OTC verkocht worden in de apotheek.
  • Je kent de begrippen; kassa, btw, rekening/contant/pin en weet wat een cliënt bedoeld als deze een specifiek verzoek heeft m.b.t. het betalingsmogelijkheden van een product/dienst.
4
  • Je weet hoe de farmaceutische zorg in Nederland bekostigd wordt.
  • Je kent het begrip zorgprestatie en weet welke zorgprestaties de apotheek in rekening mag brengen bij de patiënt.
  • Je weet op welke manier(en) de apotheek zorgprestaties declareert. (BNG en instructie hulpmiddel).
5
Vergoeding van zelfzorggeneesmiddelen (op recept)

  • Je weet welke zelfzorgmiddelen voor vergoeding in aanmerking komen en kent de voorwaarden van vergoeding.
  • Je kunt een zelfzorggeneesmiddel op recept invoeren in MIRA en de juiste financiële afhandeling kiezen.
  • je bent in staat om een patiënt te informeren over de vergoedingsvoorwaarden van zelfzorggeneesmiddelen.
6

GVS Bijlage 1a en 1b; maximale vergoedingsprijs, bijbetaling en afhandeling.



  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met het GVS.
  • Je begrijpt het verschil tussen bijlage 1a en 1b geneesmiddelen.
  • Je kunt informatie over de kosten en vergoeding van een medicijn opzoeken en de patiënt hierover informeren.
  • Je begrijpt de meldingen over vergoeding en bijbetaling van geneesmiddelen in het AIS.
7
GVS Bijlage 2 vergoeding onder voorwaarden, apotheekcontrole, ZN formulieren.

  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met het GVS bijlage 2 geneesmiddelen.
  • Je kunt informatie over de kosten en vergoeding van een medicijn opzoeken en de patiënt hierover informeren.
  • Je begrijpt de meldingen over vergoeding en bijbetaling van bijlage 2 geneesmiddelen in het AIS.
  • je kunt controleren – met behulp van ZN formulieren - of een bijlage 2 geneesmiddel voldoet aan de vergoedingsvoorwaarden.
8
 
Preferentie en substitutie.

  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het preferentiebeleid inhoudt.
  • Je kunt het begrip substitutie uitleggen.
  • Je kunt de patiënt informeren over de verschillen in samenstelling tussen het vertrouwde product en het preferente middel.
  • Je kent het begrip medische noodzaak en weet in welke situaties een arts medische noodzaak mag vermelden op het recept.
  • Je begrijpt waarom niet elk geneesmiddel kan worden vervangen door een ander/generiek middel en kunt 3 voorbeelden noemen van geneesmiddelen  waar in de stageapotheek substitutieafspraken voor gelden.
9
  • Met deze toets toon je aan dat je de afhandeling van medicijnvergoedingen beheerst en de patiënt de juiste informatie kunt geven.


Leermiddelen

Boeken:

  • Zo werkt het in de apotheek 
  • Inleiding in de gezondheidszorg
  • Farmaceutisch rekenen

Kerntaken en werkprocessen

B1-K1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit

  • B1-K1-W5 Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie (communicatie)

B1-K2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt

B1-K3 Biedt productzorg

Toetsing

Deze periode wordt afgesloten met een verdiepingsopdracht over financiën in de apotheek 

Ondernemend in de apotheek
Gemiddeld resultaat
Cesuur 
Periode 
Studiepunten
Verdiepingsopdracht financiën  O/V/G V 4
2


Opdrachten inleveren











































































































Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-davinci.learningmatters.nl